De (on)zin in tuinprogramma's op tv

U kent ze vast wel, de diverse tuinprogramma’s op de televisie. De meest bekende is het programma ‘Eigen huis en tuin’ met Rob ter Linde. Deze programma’s zijn leuk om te zien, je kunt er veel van leren en ze zijn vooral trendsetters.
Een ieder begrijpt dat veel onderwerpen behandeld in deze programma’s gesponsord worden door fabrikanten en importeurs. Dit levert regelmatig krampachtig gepresenteerde situaties op, waar wij dan met een stevige glimlach naar kijken. Inderdaad, wij kijken naar deze programma’s, omdat wij wel graag willen weten welke (trendy) vragen naar aanleiding van een uitzending op ons afkomen.
Waar bij ons met regelmaat de glimlach verschijnt, is in situaties waarin tuinen ingeplant worden. De tuinen zijn vol gereden met potgrond, alsof ons vruchtbaar Nederland ineens geheel onvruchtbaar is geworden. Vervolgens wordt een onderlinge plantafstand in beeld gebracht wat ook zeer goed is voor de handel in beplanting en onderhoudswerk in de toekomst. Ook vraag ik mij af of je door deze dichtte aanplant geen schimmelgroei ontstaat.
En dan hoor ik soms ook onderwerpen aan met kromme tenen.
Bijvoorbeeld dat vaste planten terug geknipt moeten worden voor de winter om schimmelvorming te voorkomen. In de koude winterperiode ontwikkeld een schimmel zich matig en de plant is in deze rustperiode er veel minder gevoelig voor.
De afgestorven plantendelen kunnen juist heel decoratief zijn. De zaadpluimen in de herfstnevel en in de winter met sneeuw, beijzeld of met rijp is een pracht gezicht. Bovenal zijn deze afgestorven plantendelen de natuurlijke bescherming tegen vorst. Afgeknipte stengels kunnen inwateren en vervolgens dringt de vorst tot in het hart van de plant. Als het niet in de weg zit, kunt u deze plantendelen beter opruimen in de tweede helft van maart volgend jaar.
Tuinprogramma’s zijn leuk. Maar kijk kritisch en met een glimlach. Dat doen wij ook.