Er is dit jaar een overvloed aan appels. Dit is een gevolg van het mooi weer tijdens de bloei in het voorjaar. De bloemen zijn volop bestoven door de bijen en deze herfst hingen de bomen vol met appels.
Appelbomen kunnen onderscheiden worden in handappels en moesappels. Er zijn handappels die direct gegeten kunnen worden maar er zijn ook rassen die eerst een tijdje moeten liggen voordat ze op smaak komen. Dus niet elk soort hoeft direkt opgegeten worden bij een grote oogst. Soorten die gelijk gegeten kunnen worden zijn: James Grieve, Manks Godlin en Drentese Bellefleur. Bewaarappels zijn: Cox, Notarisappel en Lombarts Calville.
Moesappels zoals de Goudrenet of Limoenappel zijn geschikt voor appelmoes, appeltaart enz. Maar ook handappels als de Cox en de Lombarts kunnen hiervoor gebruikt worden als ze net geplukt zijn.
Hoe zit het nu met laagstam en hoogstam? De laagstam of struikvorm blijft zoals de naam zegt laag en draagt al vroeg vruchten. De boom gaat niet zolang mee omdat deze op de zwakke onderstam geënt is. De hoogstam appelbomen worden groot en zijn geschikt om in een gazon te planten. De bomen dragen later en er is een trap nodig om de appels te oogsten. De bomen kunnen wel 100 jaar oud worden. Een tussenvorm is de halfstam. Een foute gedachte die ik wel tegenkom is dat een laagstam boom op den duur een hoogstam boom wordt. Dit is dus niet zo! Het ligt aan de onderstam waarop de boom geënt is; groeit deze zwak of sterk.
Tenslotte: Appelbomen houden niet van natte voeten. Zorg voor een goede, voedzame grond voor een goed groeiende boom.