Om jarenlang plezier te hebben van de bloembollen die u gekocht hebt, zijn er enkele zaken waar u om moet denken.
Een belangrijke oorzaak van het spoorloos verdwijnen van bloembollen is het afschoffelen van de groeipunt op de bol als u de tuin onkruidvrij maakt.
Een goede plaats voor het poten van bloembollen is tussen bodembedekkers, een vaste plantenborder waar niet geschoffeld wordt. Aan de voet van struiken en bomen en tussen heesters die in de zomer volop in het blad staan zodat er niet of nauwelijks onkruid groeit en waar in het voorjaar in de bladerloze periode de bolletjes voor kleur mogen zorgen. Het voordeel van deze manier van bollen poten is dat u weinig last hebt van het afstervende blad na de bloei. De aanwezige vaste planten of struiken bedekken dit zodra ze in het blad komen en gaan groeien. Als u sneeuwklokjes in de tuin wilt poten zet deze dan op een koele plaats in de tuin. De bolletjes hebben een hekel aan direct zonlicht en poot ze niet te ondiep, poot u ze 5 cm diep dan zal de bol niet zo snel uitdrogen en hebt u jarenlang plezier van deze eerste lenteboden. Bloembollen houden niet van grond waar het water stagneert. Ze zullen dan gauw verrotten, behalve het kievitseitje (Fritillaria meleagris) deze groeit van nature op drassige graslanden. U kunt ook bloembollen met een verschillende bloeitijd bij elkaar in een pot. Dan hebt u in het voorjaar een lange tijd plezier van bloembollen op het terras.