Het kijken naar vogels geeft mensen veel plezier. Met een paar eenvoudige elementen in uw tuin trekt u al verschillende vogels aan. Zo is het belangrijk dat er in uw tuin voldoende aanbod is aan voedsel, water, nestkastjes en schuilmogelijkheden; oftewel u kunt vogels voeren, nestkastjes ophangen en bomen en struiken planten.
Gebruikte nestkastjes bij u in de tuin moeten in het voorjaar grondig schoongemaakt worden door ze te borstelen met warm water. Nieuwe kastjes kunt u het beste in het najaar ophangen. Bij deze kastjes moet eerst de nieuwe lucht er af gaan. Ook kunnen vogels alvast wennen aan de aanwezigheid van de kastjes en kunnen hem gebruiken als schuil- en overnachtingplaats.
Aan welke eisen moet een nestkastje voldoen? Een nestkastje moet van stevig, dik hout (minimaal 18 mm) gemaakt zijn, er mogen geen grote kieren in zitten want ook vogels houden niet van tocht, het kastje moet goed schoon zijn, degelijk geconstrueerd en stevig opgehangen. Verder kan het kastje het beste zo neutraal mogelijk gehouden worden, dus niet in allerlei mooie kleuren opschilderen. Gebruik ook de juiste vliegopening. Wilt u nestmogelijkheid bieden aan kleine mezen dan hebt u een vlieggat nodig van 25 tot 28 mm. Koolmezen, kuifmees, boomklevers en de bonte vliegenvanger hebben een vliegopening nodig van 30 tot 32 mm. De huismus heeft een vliegopening nodig van 34 mm. De kastjes voor roodstaarten hebben een afwijkende opening van 30 mm breed en 50 mm hoog. De nestkastjes voor deze vogels hebben allemaal het huisjesmodel van ongeveer 17 cm diep, 18 cm breed en 28 cm hoog. U kunt ze zelf maken, maar als u zeker wilt weten welk kastje goed is dan koopt u een kastje die is goedgekeurd door Vogelbescherming Nederland. Vaak hangt hiervan dan een label aan het kastje. De meeste nestkastjes zijn nog altijd gemaakt van hout. Ook zie je steeds meer kastjes gemaakt van houtbeton. Dit is een mengsel van beton en houtvezels, het is duurzaam en weerbestendig. Houtbeton ademt en zorgt daardoor voor een laag vochtgehalte in de kast en dat is noodzakelijk voor het succesvol uitbroeden van de eieren. Deze kastjes zijn duurder dan de houten kastjes, maar ze gaan ook langer mee en sommige vogels hebben voor deze kast de voorkeur.
Er zijn nog meer modellen kastjes. Zo zijn er ook kastjes waar de voorkant half open is. Dit is een kast voor halfholenbroeders. In deze kast zie je vaak de grauwe vliegenvanger, het roodborstje en de winterkoning. Ook zwaluwen hebben hun eigen modellen. De kasjes voor deze vogel is altijd van houtbeton en hebben een rond model. Die van de huiszwaluw is bijna rond met een vlieggat erin en de boerenzwaluw heeft een halfronde open kom. De boomkruiper heeft een taps toelopende kast nodig met een vliegopening in de zijkant.
Een aantal vogels nestelt niet in kastjes, zoals de staartmees, de specht, de putter, de groenling en de vink. Deze bouwen hun nest in dicht struikgewas of op andere plaatsen.